Kermis

In 1811 werden er in Enschede 6 jaarmarkten en kermissen gehouden. Ze vonden allemaal plaats op het plein rond de Oude Markt. Op het Tichelwerk, van de familie Scheurs, vond jaarlijks de "Paasweide" plaats, een feest ter afsluiting van de Emmaüsgang Paas processie. Deze paasweide werd in 1875 naar het Volkspark verplaatst en de Enschedesche Courant schrijft daar over:

"Was in de Iaatste jaren het terrein voor het zoogenaamde tiggelwerk vrij slecht en bekrompen, daarin is thans op uitmuntende wijze voorzien door het Voikspark, waar dit jaar voor de eerste keer het Paaschfeest gevierd werd. En niettegenstaande het gure en regenachtige weer was de toevloed buitengewoon groot. Ook aan vermakelijkheden en gelegenheid tot den aankoop van allerlei ververschingen ontbrak bet niet. Behalve tal van koek-en fruitkramen werden er beide dagen accrobatische voorstellingen gegeven, die bijzonder voldeden; verder een carrousel, eene tent met vreemde dieren enz.enz. Eenstemmig is bet gevoelen dat er nimmer geschikter terrein zou hebben kunnen gevonden worden, en hoopt men dat het Volkspark voortdurend daarvoor bestemd moge zijn."

Het hoogste bedrag dat in 1888 voor het plaatsen van een attractie werd betaald was 35 gulden, met een totaal aan staangeld van 139,50. Deze staangelden vormen tegenwoordig de belangrijkste bron van inkomsten voor het park.

Uit 1923 stamt een stukje door H. ter Weele, over een tandarts op de Enschedese kermis: "Doch laat ik vooral niet vergeten dan heer Hollander, van Deventer, den Koninklijk gebreventeerden tandarts, die in een karretje op een trompet de boeren en boerinnen die veel tandpijn hadden, bij elkaar stond te blazen, om de menschen van hun zieke mond te genezen. Aan zijn karretje hing zijn koninklijk wapen en een paar honderd tanden en kiezen aan een bandje geregen."

© Nico Rampen. circa 1961.

Op de paaskermis van 1955, stond voor het eerst een rijdende school voor de kinderen van kermisexploitanten. De rijdende school bestond uit een trekker met twee wagens, een leslokaal voor maximaal 24 leerlingen en een woonwagen voor het onderwijzersechtpaar Van Ladesteyn. De combinatie had een buitentoilet dat op iedere staanplaats moest worden opgebouwd. Dick van Ladesteyn was hoofd van de school, chauffeur, monteur en schoonmaker. Zijn vrouw Cockie was handwerkonderwijzeres.

Tegenwoordig heeft Enschede 2 grote kermissen, de Paas- en Herfstkermis, beide in het Volkspark.

Bronnen: 'Tussen kermis en carnaval,' door: Herman Aarts en Aranka Meijerink-Wijnbeek, 1991, Het Parool, 2005, Stichting Rijdende School, 'Dat mag wel in de krant, deel 1' door T.Wiegman.

Geen opmerkingen: