"De ingezetenen van Enschede en Lonneker zullen 3 Mei a.s. een eigenaardig feest vieren, n.l. het 10 jarig bestaan van het Volkspark; eigenaardig vooral, omdat rijk en arm, groot en klein er aan zullen deelnemen, daar allen zonder onderscheid zich steeds verheugen in het bezit van die plaats, waar men gedurende dit tienjarig tijdvak zoovele genoeglijke uren met elkander heeft doorgebracht. Wij vertrouwen, dat de commissie door ruime bijdragen in staat gesteld moge worden, haar plan te volvoeren om op een waardige en feestelijke wijze den dag te herdenken, die aan alien steeds onvergetelijk zal blijven. Elke bijdrage is welkom, een ieder schenkt dus een gift, hoe groot of klein ook, om blijk te geven van zijne belangstelling; hiertoe staat de gelegenheid open door een lijst, die volgens achterstaande advertentie elken avond na zes uur ter inteekening ligt in den boekhandel van Mj. van der Loeff."
Tubantia 23-4-1884
De Enschedesche Courant bericht een dag na het feest:
"Gisteren had alhier op het Volkspark het aangekondigde feest ter herdenking van het 10 jarig bestaan van het Park plaats, dat wegens de ongunstige weersgesteldheid tot heden was uitgesteld. Omstreek 6 uur nam het feest een aanvang. Een talrijke menigte zoo van hier als van omliggende plaatsen
was zaamgestroomd. Het 1e Westfalische Inf. Reg. gaf een concert, waarvan de uitvoering voortreffelijk was en aller toejuiching verwierf. Nadat eenige nommers afgespeeld waren, droeg de heer L.Smelt in de nieuwe zaal voor het publiek, waaronder zich ook de familie van Heek bevond, een gedicht voor van den volgenden inhoud:
Op het feest van het 1O jarig bestaan van het Volkspark.
‘t Isfeest op ‘t Volkspark,feest! wij allen blijde herdenken
Deez’ schoone stichting, ‘t werk van Hendrik Jan van Heek,
Dankbaar vereeren we hem, die ons dit Park wou schenken.
Dat rein genot geeft op d’eersten dag der week.
Reeds tienmaal mocht de zon een’ vollen jaarkring sluiten.
Op deze stichting wierp ze haar gouden stralen neer!
Op ‘t heerlijk Volkspark, waarde lieve voog’len fluiten,
Elk zich laven mag, verkwikken keer op keer
Wanneer natuur en kunst, die nimmer zijn te scheiden,
Als lieflijke englen steeds te zaam door ‘t leven gaan,
Langs bloembed, rozengeur ons ‘t Volkspark binnen leiden,
Moet elk gevoelig hart zeer zeker dankbaar slaan.
Als hier natuur in pracht, in schoonen lentemorgen,
Ons hoofd en hart verrukt, in toovernev’len hult,
Dan ademt men weer ruim, dan vlieden d’aardsche zorgen,
Met levensmoed en hoop wordt dan ons hart vervuld.
En als dan de muziek zich over ‘t Park laat hooren,
Geeft ‘t droef gestemde hart van ware vreugd weer blijk
In ‘t schoone lustoord, voor d’ontwikkeling uitverkoren
Van ‘t menschelijk gemoed, aan groote gaven rijk.
Muziek der Schutterij! doe hier u telkens hooren,
Muziek stemt ‘t hart tot al wat edel is en goed,
Zij kan eens menschenhart gedurig meer bekoren,
Ze is ook een engel Gods en maakt ons ‘t leven zoet.
Welaan! wie voelt geen drang om medefeest te vieren:
Op dezen blijden dag, uitnemend in waardij;
Hier is geen tweedracht, neen! die ‘t Volkspark kan ontsieren,
Maar allen eensgezind; geen enkele partij.
Hier mogen rijk en arm vrij ‘t Volkspark binnen treden;
Geen kloof van rang of stand mag immer hier hestaan;
Gepaste vroolijkheid, maar steeds in zuiv’re zeden,
Wat ware vriendschap kweekt en ‘t leven lacht ons aan.
Hier vindt de vreemd’ling rust, van heind en ver gekomen,
Op ‘t Volkspark van VAN HEEK, zoo wijd en zijd beroemd
Op vleu g’len van de faam, tot aan de verste stroomen,
Waar nog de naam: “Van Heek” met eerbied wordt genoemd.
0! stichter van dit Park - het was uw doel, uw streven
Een waren vriendschapsband te streng’len om ons heen;
0, ed’le menschenvriend, die ons dit Park woudt geven,
Wij denken steeds aan U, als wij deez’ plek hetreên.
Commissie van ditfeest! hoe kan ik u vergeten,
Die ons op dezen dag deez’ feestvreugde hebt bereid
En u van deze taak zoo loff’lijk hebt gekweten;
Ontvang ook onze huld’, oprechte dankbaarheid.
Ten slotte komt ditfeest van ons ook nog wat vragen,
‘t Is bij ‘t herdenken aan dien ed’len trouwen vriend,
Dat wij zijn geest ook in ons harte mogen dragen:
De maatschappij wordt’ daar wel ‘t beste mee gediend."
Bron: 'Dat mag wel in de krant, deel 1' door T. Wiegman.
10 jaar Volkspark 1884
Abonneren op:
Eenvoudige Gelijktijdige Publicatie (RSS)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten