Opening van het park

Voor de opening van het park hadden het Bestuur van het Volkspark en de commissie van het Koningsfeest (25 Jaar Kroningsfeest 1849-1874 Willem 3) de handen in een geslagen om elkaar voor beide feesten te assisteren.
Om geld in te zamelen werd de bevolking opgeroepen om naar vermogen te doneren. Daarvoor ging een lijst rond waarop men kon 'tekenen' hoeveel geld men beschikbaar wilde stellen.

De Enschedesche Courant schrijft over de opening:
"Zaturdag j.l. had de opening en overdragt van ‘t Volkspark en de onthulling van ‘t Monument voor de stichter van dat park plaats. Nimmer nog had onze stad zulk een feestelijk aanzien. Nagenoeg van alle huizen in de voornaamste straten wapperde de driekleur; dagen achtereen was men bezig geweest met het aanvoeren van groen, ter versiering van huizen en straten en het oprigten van eerebogen. Van deze laatsten telde men niet minder dan 13, als twee in de Oldenzaalsche straat; twee in de Langestraat, een ter plaatse waar vroeger de veldpoort stond, een op de Haaksberger straat; een op de markt; een in de Haverstraat; een op de Hengelosche straat; drie op den weg naar het park, als een voor de fabriek van de Heeren Stroink en Blijdenstein; een voor dat van den heer G.Cromhoff, en een aan den ingang van het Volkspark, allen, hoewel niet even groot, smaakvol en sierlijk.
De heer H.van Heek sprak: Vóór ik overga tot de overdragt van dit park aan de gemeente Enschede, wensch ik met een enkel woord de bedoeling in herinnering te brengen, welke mijn overleden broeder met deze gift beoogde. Het was zijne bedoeling, ik gebruik hierbij zijne eigene woorden, aan de ingezetenen van Enschede en Lonneker, speciaal echter aan de arbeidende klasse eene gezonde en aangename uitspanning te geven, eene inrigting te stichten, waar tevens tegen goedkoopen prijs gezonde en smakelijke dranken, echter volstrekt geen jenever of andere sterke dranken verkrijgbaar zouden zijn. Eene inrigting tot uitspanning voor den werkman waarheen hij zich, na zijn dikwijls moeilelijken arbeid, met vrouw en kinderen kan begeven, om hetzij in de schoone natuur, hetzij in een ruim wel ingerigt lokaal zich te ontspannen op gepaste, aangename en gezellige wijze. Moge het park aan deze zijne roeping beantwoorden, in dezen wensch zult gij allen zeker met mij instemmen."

Dat het park een succes was bewijst dit stukje uit de Enschedesche Courant van 28-5-1874:
"Wordt het Volkspark gewoonlijk druk bezocht, Pinkstermaandag was de toevloed zóó groot, dat bet inderdaad moeite kostte de verlangde ververschingen te bekomen."

Bronnen: 'Dat mag wel in de krant, deel 1' door T.Wiegman.